Schrif­te­lijke vragen gunstige staat van instand­houding haas, konijn en wilde eend


Indiendatum: 30 nov. 2021

Vragen

  1. Op de Geactualiseerde Rode Lijst Zoogdieren 2020 zijn de haas en het konijn opgenomen als ‘gevoelig’. In Nederland is de populatiegrootte van de haas sinds 1950 afgenomen met 61 procent en de populatiegrootte van het konijn met 68 procent.[1] Hoe interpreteert het college deze gegevens voor de provincie Zuid-Holland?
  2. Is bekend met hoeveel procent de populatiegrootte van de haas en het konijn afgenomen is sinds 1950 in Zuid-Holland? Zo ja, hoeveel? Zo nee, waarom niet? En is bekend wat de huidige populatiegrootte van de haas en het konijn is in Zuid-Holland? Zo nee, hoe wordt dan een ‘gunstige staat van instandhouding’ van haas en konijn, waarvoor de provincie verantwoordelijk is, beoordeeld en gewaarborgd?
  3. In Zuid-Holland is, volgens de afschotregistratie van de Faunabeheereenheid Zuid-Holland, in het jaar 2019 op basis van ontheffing, vrijstelling en plezierjacht meer dan 10.000 konijnen gedood en meer dan 18.000 hazen gedood. Hoe borgt het college dat met deze aantallen gedode hazen en konijnen de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar komt?
  4. De provincie mag een ontheffing verlenen van verboden, vermeld in de Wet Natuurbescherming, alleen wanneer de maatregel waarvoor de ontheffing is verleend niet leidt tot een verslechtering van de staat van instandhouding. De provincie heeft een ontheffing verleend voor afschot van konijnen (kenmerk: ODH-2019-00103668 en 00610390-00014775). Hoe verhoudt deze ontheffing zich tot de ongunstige staat van instandhouding van het konijn en de te behalen instandhoudingsdoelen van het konijn (waarom was het toch noodzakelijk deze ontheffing te verlenen)?
  5. In Nederland is de staat van instandhouding van de wilde eend als broedvogel matig ongunstig en de staat van instandhouding van de wilde eend als winter- of trekvogel zeer ongunstig.[2] Wat is de huidige staat van instandhouding van de wilde eend in Zuid-Holland?
  6. Voor meerdere Natura 2000-gebieden in Zuid-Holland worden de instandhoudingsdoelen voor de wilde eend niet behaald. Dit geldt voor onder andere de Biesbosch, het Krammer-Volkerak, het Hollands Diep en het Haringvliet. Ook in vogelmonitoringsgebieden zoals de Krimpenerwaard wordt niet een gunstige staat van instandhouding van de wilde eend behaald. Wat is de reden dat deze instandhoudingsdoelen niet worden behaald en wat gaat het college doen om de instandhoudingsdoelen te behalen, en binnen welke termijn?
  7. Volgens rapportage van de Faunabeheereenheid Zuid-Holland zijn in het jaar 2019 meer dan 22.000 wilde eenden gedood op basis van de plezierjacht. Hoe verhoudt zich de vele gedode wilde eenden tot de wettelijke plicht tot het in gunstige staat van instandhouding brengen van de wilde eend?
  8. Is het college bereid om in het belang van een gunstige staat van instandhouding van de haas, het konijn en de wilde eend, een beschrijving op te nemen in de eisen van het faunabeheerplan van de wijze waarop de planmatigheid en de coördinatie van de uitvoering van de jacht is gewaarborgd?
  9. Welke onderbouwing hanteert het college nu voor de noodzaak van jacht van haas, konijn en wilde eend in het belang van een gunstige staat van instandhouding van deze soorten?
  10. Bent u bereid nadere regels te stellen aan de jacht op deze soorten in het belang van een gunstige staat van instandhouding van deze soorten? Zo nee, waarom niet? Zo ja om welke nadere regels gaat het dan?

Carla van Viegen
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Provinciale Staten Zuid-Holland

[1] Basisrapport RL Zoogdieren 01102020 def (zoogdiervereniging.nl)
[2] Sovon Vogelonderzoek | Wilde Eend

Indiendatum: 30 nov. 2021
Antwoorddatum: 21 dec. 2021

Klik hier voor de antwoorden.

Interessant voor jou

Technische vragen stikstofdossier

Lees verder

Schriftelijke vervolgvragen Honingkasten nabij Biesbosch

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer