Schrif­te­lijke vragen Ontheffing doden van vossen


Indiendatum: mrt. 2020

Toelichting

Op 22 december 2018 is voor de duur van de maximale vijf jaar door Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland een ontheffing afgegeven voor het doden van vossen na zonsondergang en voor zonsopkomst met gebruik van geweer, kunstmatige lichtbronnen, restlichtversterkers en warmtebeeldkijkers, en binnen de afpalingskring van eendenkooien (ODH-2018-0114655).

De vos staat op de landelijk vrijstellingslijst (Artikel 3.15 en 3.16 Wet natuurbescherming). Dat houdt in dat deze dieren het hele jaar mogen worden gedood, indien er binnen het werkgebied van de WBE op tenminste één perceel schade is of dreigt in het huidige of het komende jaar aan landbouw en/of fauna. Als gebruik gemaakt wordt van een geweer is een jachtakte vereist evenals een schriftelijke toestemming van de grondgebruiker. Ook is de 40 ha-regeling van toepassing.

Naar aanleiding van de bovenstaande toelichting legt de Partij voor de Dieren de volgende vragen aan u voor.

Vragen

1. De vos is beschermd ingevolge de Wet Natuurbescherming. Zijn er binnen de WBE’s tellingen uitgevoerd naar de aanwezigheid van vossen in de gebieden en worden deze geregistreerd? Zo nee, waarom niet?

2. Kunt u aangeven hoe groot de huidige populatie vossen in Zuid-Holland is en waar de vossen zich bevinden?

3. Hoeveel vossen zijn er de afgelopen 2 jaar op grond van de ontheffing gedood en kunt u deze per maand aangeven en op een overzichtskaart voor de juiste locatie?

4. De vos staat al op de landelijke vrijstellingslijst (zie boven). Waaruit blijkt dat de huidige populatie vossen dermate hoog is dat de bovenvermelde ontheffing noodzakelijk is. Graag een goede onderbouwing en cijfers om de ontheffing daadwerkelijk te rechtvaardigen.

5. Is het juist dat de FBE telgegevens van het NEM (Meetnet Dagactieve Zoogdieren) gebruikt? Zo ja, hoe en door wie worden deze tellingen uitgevoerd, voor welke gebieden geldt dit in Zuid Holland en wat is de uitkomst van deze tellingen?

6. Worden er ook telgegevens van de WBE gebruikt en zo ja, hoe beoordeelt u de betrouwbaarheid ervan, als de telling wordt uitgevoerd door jagers zelf?

7. Indien u geen cijfers heeft m.b.t. vraag 1 en 2, waarop baseert u zich dan? En bent u dan bereid om alsnog beleid te gaan voeren voor een goede onderbouwing? Zo nee, waarom niet?

8. Vindt u het ethisch en vanuit dierenwelzijnsoogpunt verantwoord dat ingevolge de ontheffingsverlening zwangere vossen en zogende moedervossen mogen worden afgeschoten, waarbij de jongen aan hun lot worden overgelaten en een ellendige dood sterven? Zo ja, kunt u beargumenteren waarom? Zo nee, welke maatregelen gaat u treffen?

9. Waarom hanteren GS in de ontheffing geen schoontijd voor de vos?

10. De vos is nog één van de weinige zoogdierpredatoren in de Zuid-Hollandse natuur (van o.a. de gans) en heeft daarom een belangrijke functie in het natuurlijk evenwicht van de natuur. Eerder is door GS aangegeven dat de vos een predator is van de weidevogels. Kunt u onderbouwen wat het percentage predatie van de vos is en wat het percentage is door andere oorzaken, zoals de intensieve landbouw?

11. Wordt bij de uitvoering van de genoemde ontheffing altijd voldaan aan de 40 ha regeling en zo nee, is hiervoor dan ontheffing verleend? Zo nee, is dan uw conclusie dat hiermee niet wordt voldaan aan de wet en zo nee, welke maatregelen gaat u treffen?

12. Hebben de jagers die vossen mogen bestrijden op grond van de verleende ontheffing wel altijd vooraf schriftelijke toestemming van de grondgebruiker op de gronden waarop vossen worden gedood op grond van de ontheffing?

13. Als er al door een grondgebruiker een toestemming voor de jacht wordt verleend dan mag deze niet altijd worden doorgegeven aan derden tenzij dit is opgenomen in de verleende toestemming. Is er ook bekend waar er geen toestemming is verleend en wordt hier dan niet gejaagd? Indien het niet bekend is, bent u bereid om dit helder te maken en te communiceren naar de WBE’s?

14. Als de WBE geen aansluitende schriftelijke toestemming van de grondgebruiker heeft, wordt in een aantal gevallen niet voldaan aan de 40 ha eis voor het gebruik van het geweer. Is bekend waar er geen toestemming is verleend en wordt daar dan wel of niet gejaagd? Indien het niet bekend is, bent u bereid dit helder te maken en te communiceren naar de WBE’s?

15. Het betreden van gronden zonder toestemming van de grondgebruiker, mag alleen indien wordt gehandeld conform een opdracht, als bedoeld in artikel 3.18 van de Wet natuurbescherming. Is het juist dat deze opdracht niet is verleend?

16. De grondgebruiker kan bij schriftelijke en gedagtekende toestemming de hem ingevolge het 2e tot en met het 5e lid toegestane handelingen (art. 3.15 Wet natuurbescherming) door een wildbeheereenheid of anderen doen uitoefenen. Als de grondgebruiker deze rechten schriftelijk toestaat aan een jager, kan hij dan ook toestemming geven dat deze jager de rechten mag doorschrijven aan een andere jager?

17. Is het juist dat de grondgebruiker zijn rechten schriftelijk aan de WBE kan geven, met het recht op doorschrijven, zodat de WBE deze dan aan een jager mag doorschrijven?

18. Is het juist dat jachthouders schriftelijke machtiging aan de WBE geven om de ontheffing door andere jagers te gebruiken in hun jachtvelden en dat afstemming met de grondgebruiker aan te raden is, omdat deze de toegang tot zijn gronden kan ontzeggen en omdat op grond van andere wetgeving het betreden van gronden verboden kan zijn? Zo nee, waarom wordt dit dan in het uitvoeringsplan vos van de WBE gesteld?

19. Zijn de jagers, die vossen doden op grond van de verleende ontheffing, en op basis van het uitvoeringsplan vos hiermee in overtreding van de wet?

20. Waarom komt de inhoudelijk tekst van het uitvoeringsplan vossenbeheer, waarin wordt aangegeven waar gebruik gemaakt mag worden van de ontheffing, exact overeen met de inhoudelijke tekst van de andere werkgebieden van de WBE’s?

21. Er staat beschreven dat jachthouders schriftelijk toestemming geven aan de WBE’s om de uitvoering van het doden van vossen (ook door andere jagers) mogelijk te maken. Is het wel toegestaan dat de WBE het grondgebruikersrecht van een andere partij dan de grondgebruiker (de jager) doorgeeft aan andere jagers en zijn GS ermee bekend dat dit gebeurt?

22. Hoe kan het zijn dat de jachtvelden, waar de jachthouder geen toestemming heeft gegeven aan de WBE of de grondgebruiker geen toestemming heeft gegeven aan de WBE wel ingetekend staan op de afbeelding van het lichtbakgebied, uitvoeringsplan vossenbeheer? Bent u met ons van mening dat dit onjuist is weergegeven? Zo nee, kunt u beargumenteerd aangeven waarom niet? Zo ja, is het juist dat hier wordt aangezet tot het plegen van een strafbaar feit?

23. Artikel 3.26 derde lid van de Wet natuurbescherming vermeldt dat GS ontheffing en PS vrijstelling kunnen verlenen van een aantal wettelijke regels, indien er ook rekening gehouden wordt met de belangen van veiligheid, volksgezondheid, welzijn en milieu. Vossen worden meestal met een zwaar kaliber kogelgeweer geschoten. Ons is bekend dat zich al een aantal incidenten in onze provincie hebben voorgedaan, waarbij tijdens het nachtelijk doden van vossen met het geweer kogels in huizen terecht zijn gekomen. Het schieten tijdens de nachtelijke uren vormt voor mensen in de omgeving een zeer groot gevaar en we maken ons ernstige zorgen over de veiligheid.
a) Afgeschoten kogels van een zwaar kaliber kogelgeweer hebben een groot bereik. Wordt er gebruik gemaakt van deugdelijke natuurlijke, veilige kogelvangers? Zo ja, hoe wordt dit gerealiseerd?
b) Kennen alle jagers, die gebruik maken van de ontheffing om vossen te doden, het gebied zelf wel goed genoeg om veilig gebruik te maken van een zwaar kaliber kogelgeweer en zijn alle velden wel geschikt voor deze manier van geweergebruik?
c) Hoe beoordelen GS de veiligheidsrisico’s van de huidige verleende ontheffing? Is er bijvoorbeeld al eerder onderzoek naar de veiligheidsrisico’s gedaan? Zo nee, bent u bereid nader onderzoek hiernaar uit te voeren? Zo nee, waarom niet?
d) Zijn GS, gezien de wettelijke tekortkomingen (schriftelijke toestemming van de grondgebruiker, die wettelijk is verplicht en niet is opgenomen, de hoge veiligheidsrisico’s die de ontheffing met zich meebrengt en het uitvoeringsplan vos van de WBE, wat een vereiste is maar aanzet tot strafbare handelingen) bereid de ontheffing per direct in te trekken? Zo nee, waarom niet?

Carla van Viegen

Fractievoorzitter Partij voor de Dieren

Provinciale Staten Zuid-Holland

Indiendatum: mrt. 2020
Antwoorddatum: 31 mrt. 2020

Klik hier voor de antwoorden

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Natuurbeleid

Lees verder

Schriftelijke vragen LTAO en Koersnotitie Omgevingsbeleid 2020

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer