Tech­nische vragen Begroting 2024 Partij voor de Dieren Zuid-Holland


Indiendatum: 23 okt. 2023

Vragen

  1. Pag 21. Waarom wordt de realisatie voor NNN ook dit jaar weer doorgeschoven naar toekomstige jaren, terwijl de tijd steeds meer gaat dringen?
  2. Wordt de NNN nog wel in 2027 gerealiseerd? En zo ja, waarop is dit gebaseerd?
  3. Pag 38, 5e alinea. Kan op hoofdlijnen worden aangegeven waarom brede welvaart in Zuid-Holland ‘later’ lager scoort dan in andere provincies?
  4. Pag 38, 6e alinea. Wat betekent COROP-gebied?
  5. Pag 41, 4e alinea. Hoe worden de kennissessies en trainingen voor goed openbaar bestuur ontvangen door de gemeenten? En op welke wijze wordt verder de samenwerking bevorderd?
  6. Pag 41, laatste alinea. Gebleken is dat EU-subsidies teruggevorderd gaan worden, omdat onterecht grond is toegevoegd aan subsidiabele gronden en subsidies voor een deel onterecht zijn verleend.[1] Kan worden aangegeven of dit ook in Zuid-Holland speelt en zo ja op welke schaal?
  7. Pag 41, laatste alinea. Er staat: ‘Bij elke lobby-inzet wegen we af of we meegaan met de IPO-brede lobby of een eigen lobbytraject starten. Hoe worden PS betrokken bij deze afweging?
  8. Pag 42, 2e alinea. Er staat dat binnen ZH-PLG binnen NNN gebieden de opgave voor het realiseren van extra bos in Zuid-Holland wordt gerealiseerd. Worden natuurgebieden buiten NNN wel liggende binnen ZH-PLG meegenomen in deze opgave?
  9. Pag 42, laatste alinea. Waarom zijn de conclusies van de ecologische autoriteit niet bindend, maar richtinggevend?
  10. Pag 42, laatste alinea. Welke (wettelijke) en andere juridische middelen kunnen worden ingezet bij een onvoldoende resultaat bij de uitwerking van de gebiedsplannen?
  11. Pag 43, 3e alinea. Er staat: ‘Vanwege de onzekerheid en effectiviteit van innovaties monitoren wij continu in de praktijk het effect van de gekozen innovaties op de realisatie van de doelen en de grootte van de veestapel.
    - Kunnen PS deze informatie actief ontvangen i.v.m. een goede beoordeling van de investeringen?
    - Hoe wordt de onzekerheid beoordeeld ten opzichte van provinciale investeringen (m.a.w. hoe verstandig is het om te investeren in onzekere investeringen)?
  12. Pag 43, laatste alinea. Er staat: ‘Er zal geen goedkeuring worden gegeven aan plannen die niet voldoen aan de gestelde doelen’ Hoe wordt dit getoetst?
  13. Pag 46, 3e alinea. Er staat: ‘De strategische kennisfunctie helpt de proviciale organisaties en verwante kennispartners om kennis te bundelen…’ Om welke strategische kennis gaat het hier?
  14. Pag 54. Waar staat de afkorting NOVEX voor?
  15. Pag 54. Bij beleidsprestatie 2-1-1 wordt aangegeven dat onder andere verduurzamen van goederenstromen nodig is voor gezonde ruimtelijke en economische ontwikkeling in Zuid-Holland. De haven van Rotterdam, Greenport West-Holland en het Zuid-Hollands bedrijfsleven worden genoemd als partners waarmee wordt samengewerkt om onder andere aan die verduurzaming te werken. Met welke andere partners zonder belangen in die goederenstromen wordt er samengewerkt (zoals experts op het gebied van verduurzaming)?
  16. Pag 57-58. Bij beleidsprestatie 2-1-3 worden veel innovatieve en digitale oplossingen genoemd die de mobiliteit van Zuid-Holland verder moeten optimaliseren. Wordt er ook onderzocht of dit soort slimme systemen kunnen bijhouden wat de effecten van wegen op vrij levende dieren zijn? (bijv. provinciale wegen. Denk hierbij aan dierlijke verkeerslachtoffers, wanneer en op welke plekken dieren oversteken, etc.)?
  17. Pag 59. Bij beleidsprestatie 2-2-1 wordt genoemd als punt: 'In 2024 worden het beplantingsplan en het beheerplan faunavoorzieningen geactualiseerd. Met het beplantingsplan dragen we blijvend bij aan een veilig, vitaal en klimaatbestendig bomenbestand, meer biodiversiteit en een betere weerbaarheid tegen ziekten en plagen. In de actualisatie van het beheerplan faunavoorzieningen wordt niet alleen gekeken naar de wijze waarop het beheer effectiever kan worden ingezet, maar wordt ook onderzocht waar het functioneren van de faunavoorziening als middel kan worden verbeterd.' Kan dit punt, in de context van mobiliteit en provinciale infrastructuur, nader worden toegelicht?
  18. Pag 82. Er staat: ‘We onderschrijven het economisch belang van de (glas)tuinbouw met onder andere sier-, bollenteelt en boomkwekerijen…’ Op welke wijze draagt deze sector bij aan brede welvaart voor alle Zuid-Hollanders en een economie die groeit in termen van kwaliteit en niet alleen in volume, zoals water- en bodemkwaliteit en een gezonde leefomgeving ( refererend aan het grootschalig gifgebruik in deze sector)?
  19. Pag 84, 2e alinea. Op welke plekken worden meer toeristische overnachtingen mogelijk gemaakt?
  20. Pag 97, 4e alinea. Op welke wijze draagt de koppeling tussen nieuwe verdienmodellen, zoals bv de genoemde inkomsten uit toerisme, en natuurdoelen bij aan het behalen van die natuurdoelen?
  21. Pag 99, 2e alinea. Van welke N2000 gebieden worden welke leefgebieden vergroot?
  22. Pag 99, 2e alinea. Er staat: ‘Om dat te bereiken maken we het NNN af per 2027, door natuurgebieden te vergroten en met elkaar te verbinden.’ Kan op een kaartje inzichtelijk worden gemaakt welke verbindingen nog gerealiseerd moeten worden en welke gebieden nog vergroot moeten worden?
  23. Pag 99, 2e alinea. Er staat: ‘We realiseren een natuur- en recreatiegebied van ca 600 ha, dat in 2028 gereed moet zijn. Wat is de huidige stand van zaken en wat moet er nog gerealiseerd worden tot 2028?
  24. Pag 99, 2e alinea. Er staat: We volgen de ontwikkeling van de natuur via monitoring en onderzoek…..? Kunnen PS deze gegevens ontvangen en zo ja, wanneer?
  25. Pag 100. Er staat: ‘Daarnaast werken we aan 100 km ecologische verbindingen. Wanneer is dit gereed, en waar wordt dit gerealiseerd (zie vraag 15)?
  26. Pag100, 5e alinea. Wanneer wordt datamanagementsysteem voor verwerken datamonitoring natuur verwacht?
  27. Pag 101, 1e alinea. Wat houden de kwaliteitsslagen in Natura 2000 en het NNN precies in?
  28. Pag 101, 2e alinea. Kunnen we de uitkomsten van de verkenning van de focuslocaties natuurinclusief ontvangen?
  29. Pag 102, 2e alinea. Wordt bij de subsidieregeling ‘Meer bos in Zuid-Holland’ ook actief ingezet op tiny forests?
  30. Pag 102, laatste alinea. Wat houdt het ‘Aanvalsplan Landschapselementen’ in?
  31. Pag 103, 4e alinea. Faunabeheer VTH taken. Hoeveel geld is er de afgelopen 2 jaar besteed aan juridische procedures i.v.m. bezwaren tegen vergunningen faunabeheer?
  32. Pag 103, 2e alinea. Wordt bij het actieplan boerenlandvogels ook nog steeds ingezet op de TNRC-methode voor verwilderde katten?
  33. Pag 103, 4e alinea. Wat houdt de handhaving voor gebieds- en soortenbescherming precies in? Hoe vaak wordt hier jaarlijks op gecontroleerd en hoe vaak wordt er jaarlijks gehandhaafd (vanaf 2021)?
  34. Pag 106, 2e alinea 2e bullet. Wat is de huidige stand van zaken van de KRW-doelen in 2027? Hoeveel procent moet nog worden gerealiseerd tot 2027?
  35. Pag 106, 2e alinea, 4e bullet. Wanneer wordt de visie over verzanding Haringvlietmonding verwacht? En wordt deze dan gedeeld met PS?
  36. Pag 107, 1e alinea. In hoeverre is PFAS een bedreiging voor het drinkwater en zwemwater in Zuid-Holland?
  37. Pag 112. Wordt bij het thema wonen en bouwen naast ‘eerst bewegen, dan bouwen’ ook het principe ‘eerst groen dan bouwen’ toegepast?
  38. Pag 112, laatste alinea 2e bullet. Wat wordt door de provincie verstaan onder ‘categorie betaalbaar’ voor nieuwe huizen?
  39. Pag 113, 2e alinea. In hoeverre belemmert de stikstofcrisis de versnelling van de bouw van betaalbare woningen?
  40. Pag 113, 3e alinea. Wat houdt het ’15-minuten- stad-concept’ in?
  41. Pag 114, 2e alinea, 4e bullet. Geldt voor de extra provincietaken ook hier: ‘Zonder knaken geen taken’? Wat is de extra financiering hiervoor van het Rijk?
  42. Pag 116. Bij beleidsprestatie 6-1-1 worden subsidieregelingen genoemd. Daarbij staat dat er een nog te ontwikkelen subsidieregeling voor het stimuleren van toekomstbestendig bouwen komt. Valt onder toekomstbestendig bouwen ook (het stimuleren van) natuurinclusief bouwen, met oog voor fauna? En worden deze elementen dan ook in deze regeling meegenomen? Krijgen PS het voorstel voor deze subsidieregeling te zien?
  43. Pag 118, 1e alinea, 6e bullet. Kan de ‘kennisuitwisseling conceptueel bouwen via de Bouwstroom’ nader worden toegelicht?
  44. Pag 118, 2e alinea. Er staat: ‘Het is van vitaal belang dat de groei van het aantal woningen in onze provincie samengaat met de investeringen in de kwaliteit van groen en landschap.’ Hoe wordt dit getoetst; welke criteria worden hiervoor gehanteerd?
  45. Pag 119, laatste bullet. Wordt naast biodiversiteit ook dierenwelzijn integraal meegenomen
    in ontwerpoplossingen?
  46. Pag 120, laatste alinea. ‘Bij beleidsdoel 6-3 wordt onder het stuk 'woningbouwafspraken tot 2030' aangekaart dat er wordt ingezet op de relatie met alle betrokken partijen, inclusief niet voor de hand liggende partijen. Als voorbeeld worden daarbij onder andere waterschappen en nutsbedrijven genoemd. Ecologen kunnen een meerwaarde hebben om deze al in vroeg stadium te betrekken bij realiseren van nieuwe woningen zodat al vroeg ingespeeld kan worden op hoe om te gaan met aanwezige fauna. Worden ecologen ook meegenomen als betrokken partij? Zo nee, waarom niet?
  47. Pag 126, 3e alinea. Is er voldoende menskracht om de kwalitatief hoogwaardige taakuitvoering van milieu en groene taken door de omgevingsdiensten uit te voeren? En zo nee, wat zijn de knelpunten?
  48. Pag 127, 1e alinea. Er wordt ingezet op recreatieve netwerken voor varen, fietsen en wandelen. Waarom worden de recreatieve netwerken voor ruiterroutes niet hierbij meegenomen?
  49. Pag 127, laatste alinea. Er wordt gesproken over pieken in luchtverontreiniging door smog. Hoe groot is dit probleem? Hoe vaak komt het voor en waar? Wat betekent dit voor de gezondheid van onze inwoners?
  50. Pag 128, onderaan: Er staat dat er een nieuw Actieplan Geluid provinciale wegen 2024-2029 komt, inclusief een voorstel voor daarvoor benodigde middelen. Vorige jaar stond er ‘2023-2028’. Wat is de planning voor het opstellen en bespreken van het nieuwe actieplan?
  51. Pag 132, 5e alinea. Op welke wijze kunnen ambities op het gebied van energietransitie in recreatiegebieden bijdragen (windmolens in recreatiegebieden?)?
  52. Pag 134, 2e alinea. Kunnen de stresstesten nader worden toegelicht (wat, hoe vaak?)
  53. Pag 161, 3e alinea. Waaruit blijkt dat de provinciale organisatie een representatieve afspiegeling is van de Zuid-Hollandse maatschappij?
  54. Pag 168, laatste alinea/pag 169 1e alinea. Welke dierenwelzijnsdoelen van het GLB/NSP zijn geformuleerd?
  55. Pag 179, 2e alinea. Hoe, hoe vaak en door wie wordt getoetst of bij zelfrealisatie blijvend wordt voldaan aan de gestelde NNN-doelstellingen?
  56. Pag 179, 3e alinea. De Leenheerenpolder wordt hier benoemd als NNN-gebied. Het is toch een Natura 2000-gebied?
  57. Pag 180, onderaan. Hoeveel woningen worden er gebouwd in Natura 200-gebied Leenheerenpolder?
  58. Pag 181, 4e alinea. Wat is de huidige stand van zaken m.b.t. het Buijtenland van Rhoon. Hoe wordt dit getoetst en door wie?
  59. Pag 185, 3e alinea. Er hebben 2 aankopen plaatsgevonden. Om wat voor soort aankopen gaat het hier en waar?
  60. Pag 225, 3e alinea. Wat zijn de resultaten van de bosmakelaar tot nu toe?

[1] https://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-en-milieu/landbouwsubsidies-voor-grond-die-boeren-niet-bezitten

Klik hier en hier en hier voor de antwoorden.